Grutsk op us Greidefugels


Weidevogels horen bij het Friese landschap en daar zijn we in Fryslân trots op. De laatste jaren gaat de weidevogelstand echter hard achteruit. Als we ons samen inspannen kunnen we de achteruitgang stoppen en Fryslân weidevogelrijk houden. Dit kunnen we echter niet alleen. Hiervoor hebben we uw hulp nodig. Ook in de gangbare melkveehouderij is het mogelijk om weidevogels een plek te geven in de bedrijfsvoering.

Grutto

De grutto broedt met voorkeur in kruidenrijk en bloemrijk grasland met een hoge grondwaterstand.Voor hun voedsel zijn grutto’s met name afhankelijk van wormen in de bodem. Als de bodem wegens uitdroging te hard wordt, kan de grutto niet meer met zijn snavel in de grond komen en zakken de wormen naar de natte onbereikbare lagen van de bodem.

De kans op broedsucces is het grootst als de omgeving van het nest met rust gelaten wordt. Dus niet maaien en niet beweiden. Hierdoor wordt de kans op verstoring, predatie en vertrapping verminderd.
De kuikens zijn voor hun voedsel afhankelijk van insecten. Kruidenrijke graslanden met een open structuur zijn van belang voor het aanwezig zijn van insecten en als schuilplaats voor predatoren.
Bij voldoende voedsel en veiligheid blijven gruttokuikens vlakbij hun nestlocatie. De kuikens zitten liever niet in beweid grasland. Gruttokuikens kunnen afhankelijk van hun leeftijd korte afstanden overbruggen tussen twee geschikte foerageergebieden: bij 0 -10 dagen is dat maximaal 200 meter, bij 10 – 20 dagen 400 meter en boven de 20 dagen tot 500 meter.


Image

Image

Belangrijke fasen van de grutto

Aankomstfase: Februari - maart
Vestigings- en nestfase: Eind maart - april
Broedfase: April - mei
kuikenfase: Mei - juni
Voorbereiding op trek: Juni - augustus

Broedgegevens van de grutto

Broedtijd: 22 - 25 dagen
Gemiddeld aantal eieren, compleet legsel: meestal 4
Kuiken vliegvlug na 24 - 28 dagen
Dagen van eileg tot vliegend kuiken: Minimaal 55 dagen
Nestvlieder jan/nee: ja

Kievit

De kievit broedt bij voorkeur op vochtige graslanden met een korte (grazige) vegetatie. De kievitkuikens foerageren bij voldoende voedsel en veiligheid vlakbij hun nestlocatie en bij voorkeur in korte, vochtige vegetaties met een graslengte van 1 – 5 cm. Kruidenrijke vegetatie in de buurt is essentieel voor het bieden van beschutting en schuilmogelijkheden als er gevaar dreigt. Kievit kuikens hebben een grotere overlevingskans op slikkige plekken zoals plas-drassen en afgevlakte slootranden. Het liefst gecombineerd met een hoog waterpeil (0-20 cm beneden maaiveld) en natte greppelranden. Kievitgezinnen houden wel van beweid grasland, vanwege de afwisselende structuur.

Image
Image

Belangrijke fasen van de kievit

Aankomstfase: Februari - maart
Vestigings- en nestfase: Begin maart - april
Broedfase: Maart - mei
Kuikenfase: April - juni
Voorbereiding op trek: Juni - augustus (afhankelijk van de winter of ze echt gaan trekken of niet)

Broedgegevens van de kievit

Gemiddeld aantal eieren, compleet legsel: Meestal 4
Broedtijd: 26 - 29 dagen
Kuiken vliegvlug na: 35 - 40 dagen
Dagen van eileg tot vliegend kuiken: Minimaal 61 dagen
Nestvlieder ja/nee: Ja

Scholekster

De scholekster broedt bij voorkeur in vochtig, kruidenrijk grasland, in kort begraasde weilanden en op bouwland. De kans op broedsucces is het grootst als de omgeving van het nest met rust gelaten wordt. In de praktijk betekent dit dat er bij voorkeur niet gemaaid en bemest wordt gedurende het broedseizoen.

De kuikens van de scholekster worden de eerste drie weken door hun ouders gevoerd, met wormen en insecten (larven). De kuikens foerageren bij voldoende voedsel en veiligheid vlakbij hun nestlocatie. Geschikte foerageergebieden voor scholeksterkuikens zijn kruidenrijke graslanden. Bij voorkeur (half) lang gras met een open structuur. Dit biedt tevens dekking. Ze foerageren ook op percelen met korte vegetatie. Als de rest van het perceel wordt gemaaid, bezoeken ze ook de structuurrijke grasland randen. Scholekstergezinnen zij ook te vinden in beweid grasland (ongeacht de beweidingsintensiteit).


Image
Image

Belangrijke fasen van de scholekster

Aankomstfase: Februari - maart
Vestigings- en nestfase: Maart - april
Broedfase: Half april - juli
Kuikenfase: Mei - juli
Voorbereiding op trek: Juni - augustus

Broedgegevens van de scholekster

Gemiddeld aantal eieren, compleet legsel: Meestal 4
Broedtijd: 24 - 27 dagen
Kuiken vliegvlug na: 28 - 35 dagen
Dagen van eileg tot vliegend kuiken: Minimaal 52 dagen
Nestvlieder ja/nee: Ja

Tureluur

De tureluur broedt bij voorkeur in vochtige, kruidenrijke hooi(gras)landen met een hoog waterpeil en natte delen zoals (grote) plas-drassen. Ondiepe sloten en vochtige tot natte greppels vormen een belangrijke aanvulling. De kans op broedsucces is het grootst als de omgeving van het nest met rust gelaten wordt. Dus niet maaien en niet beweiden. Dit vermindert de kans op verstoring, predatie en vertrapping.

De kuikens foerageren bij voldoende voedsel en veiligheid vlakbij hun nestlocatie. Kruidenrijke graslanden, natte en slikkige plekken aan de randen van het grasland zijn van essentieel belang. Hier zitten veel insecten en de vegetatie zorgt voor schuilmogelijkheden. Tureluurgezinnen zijn ook te vinden in extensief beweid en voorbeweid grasland.


Image
Image

Belangrijke fasen van de tureluur

Aankomstfase: Maart
Vestigings- en nestfase: Maart - mei
Broedfase: April -  juni
Kuikenfase: Mei - juni
Voorbereiding op trek: Begin juli - half augustus

Broedgegevens van de tureluur

Gemiddeld aantal eieren, compleet legsel: Meestal 4
Broedtijd: 23 - 24 dagen
Kuiken vliegvlug na: 23 - 25 dagen
Dagen van eileg tot vliegend kuiken: Minimaal 56 dagen
Nestvlieder ja/nee: Ja

Hoe vindt u een weidevogelnest?

Het zoeken en vinden van weidevogelnesten is een zaak van kenners. Roel Boersma en Eduard van der Hoek zijn door de wol geverfde aaisikers en vogelwachters. In deze film vertellen ze over het gedrag van weidevogels en nazorg van weidevogels.

Wilt u ook actief aan de slag voor de weidevogel?

Zoeken en markeren van de aanwezige weidevogelnesten. Dit kan samen met de plaatselijke vogelwachter. Als deze niet aanwezig is kan contact gezocht worden met de BFVW. (info@BFVW of 0651172174/0611402591. Tijdens uw werkzaamheden kunt u dan de nesten makkelijker ontzien en een bijdrage leveren aan het laten staan van voedselstroken voor de kuikens.

Meld je hier aan voor de nazorg bij een lokale vogelwacht!

Zorgplicht

Vanuit de wet Natuurbescherming hebben boeren en loonwerkers een zorgplicht voor weidevogels. Werkzaamheden op het land kunnen nadelige gevolgen hebben voor weidevogels. Daarom zijn boeren verplicht om voorafgaand maatregelen te treffen, om nadelige gevolgen voor weidevogels te voorkomen. Dus voorkomen dat nesten tijdens het maaien verloren gaan en zorgen dat er na het maaien nog voldoende schuil- en foerageergebied aanwezig zijn.

Heeft u nog vragen? Meer informatie?

Voor vragen over de campagne ‘Grutsk op ús Greidefûgels’ kunt u contact opnemen met Henk de Jong: info@bfvw.nl / 058 - 250 43 88.